Home » Behandelingen » Borsten » Borsten » Borstlift
Borstlift
Door zwangerschap, gewichtsverlies en het natuurlijke verouderingsproces kunnen borsten verslappen of gaan hangen. Er is dan vaak geen vulling in het bovenste gedeelte van de borsten. Ook zitten de tepels vaak lager. Door het gewicht van de hangende borsten kunnen lichamelijke klachten ontstaan, zoals nek- en rugklachten. Wanneer u deze genoemde problemen heeft en zich eraan stoort, kan dat een goede reden zijn om een borstlift te overwegen.
Vóór de behandeling maken de meeste klinieken foto’s voor in uw medisch dossier. Hiermee kunnen de plastisch chirurg en uzelf het resultaat na de behandeling beter beoordelen.
Nachtkleding en beha’s
Na de operatie moet een verpleegkundige uw wonden gemakkelijk kunnen verzorgen. Neemt u daarom nachtkleding met een voorsluiting mee. Het is handig om vóór de operatie twee beha’s met verschillende cupmaten te kopen. Alleen de cupmaat (A, B, C, D) verandert, de omvang in centimeters (75, 80, 85, 90) blijf gelijk. De beha moet goed passen en stevig zijn, naadloos, zonder beugels of baleinen en met een achtersluiting, bijvoorbeeld een sportbeha. De beha geeft uw borsten ondersteuning in hun nieuwe vorm en zorgt ervoor dat de littekens goed kunnen genezen. De eerste zes weken na de operatie draagt u deze beha.
Stoppen met bloedverdunners Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, vertelt de plastisch chirurg u op welk moment u met deze medicijnen moet stoppen.
Meestal wordt het volgende aangehouden:
- Aspirine (Ascal, APC, asprobruis, kinderaspirine): 7 dagen vóór de operatie stoppen.
- Sintrom(mitis): 3 dagen vóór de operatie stoppen.
Stoppen met roken
Roken vernauwt de bloedvaten en kan daardoor de wondgenezing verstoren. Het is daarom verstandig vier tot zes weken voor de ingreep te stoppen met roken.
Stoppen met alcohol
Alcohol maakt de kans op een bloeduitstorting of nabloeding groter. Daarom is het beter minstens 24 uur voor de ingreep geen alcohol te drinken.
Bij een groot huidoverschot maakt de plastisch chirurg ook eerst de tepel en tepelhof gedeeltelijk los. Hierna wordt de huid rondom de tepelhof en aan de onderzijde van de borst weggenomen. De plastisch chirurg modelleert het overblijvende weefsel weer tot een ‘nieuwe’ borst. De tepel wordt hierbij omhoog verplaatst en de wond gehecht.
De plastisch chirurg kan een bestaand verschil in grootte tussen de linker- en rechterborst corrigeren door wat borstweefselklier van de grootste borst te verwijderen, of door de kleinere borst te vergroten met een implantaat (prothese). Ook kunnen beide borsten worden vergroot met een implantaat wanneer ze te weinig volume hebben. Dit kan vrijwel altijd tegelijk met de borstlift, maar ook later.
In de borst(en) wordt tijdens de operatie vaak een slangetje (drain) achterlaten, met een vacuümflesje om overtollig bloed en wondvocht af te zuigen. De totale ingreep duurt ongeveerd anderhalf tot twee uur.
Het eventueel verwijderde borstweefsel wordt voor onderzoek opgestuurd naar een patholoog-anatoom, om eventuele afwijkingen op te sporen. De uitslag van dit onderzoek krijgt u bij uw controleafspraak op de polikliniek.
De eerste 24 uur na de operatie kunt u wat pijn hebben. Hiervoor krijgt u pijnstillers. De borsten kunnen gespannen aanvoelen. Dit gevoel verdwijnt geleidelijk.
Als u bent opgenomen in de kliniek, mag u waarschijnlijk de dag na de operatie naar huis.
De eerste week na de operatie moet u het rustig aan doen en geen zware inspanningen verrichten of zwaar tillen. Na ongeveer een week komt u voor de eerste controle. Dan worden meestal de papieren pleisters verwijderd. Vanaf dan mag u geleidelijk weer wat meer ondernemen. Het kan moeilijk zijn om bepaalde armbewegingen te maken. De plastisch chirurg kan u precies vertellen wat u wel en wat u niet mag doen.
De pleisters laten niet los onder de douche. Gaat u niet baden, omdat de pleisters dan kunnen verweken en loslaten. Na zeven tot tien worden de pleisters en eventueel zichtbare hechtingen verwijderd. Meestal zijn de wonden inwendig gehecht en losse de hechtingen vanzelf op. Als de uitslag van het eventuele borstweefselonderzoek bekend is, zal de plastisch chirurg u deze vertellen. Door hoge weefselspanning kan de wond één tot twee weken na de operatie op sommige plekken wat opengaan. Hiervan hoeft u niet te schrikken. U dient de open wond twee keer per dag (’s ochtends en ’s avonds) met de douchekop te spoelen en daarna te verbinden. De plekken sluiten vanzelf weer in de loop van vier tot acht weken. U moet de wond na het spoelen bedekken met een vettig gaas met daar overheen een gewoon gaasje, dit alles op de plaats gehouden door uw beha. Het vettige gaas zorgt ervoor dat bij verwijderen van het verband de wond niet steeds weer open getrokken wordt.
De eerste controle vindt één tot twee weken na de operatie plaats. De plastisch chirurg verwijdert de papieren pleisters, bekijkt uw borsten en verwijdert eventueel zichtbare hechtingen.
Herstelperiode
Draagt u de eerste zes weken na de operatie dag en nacht de stevige, naadloze beha met achtersluiting, zonder beugels of baleinen. Tijdens het douchen kunt u deze even afdoen. Na zes weken kunt u zelf bepalen of u een beha wilt dragen en welke soort. Probeert u de eerste vier tot zes weken te voorkomen dat u veel moet hoesten, persen, tillen of bukken. Dit geeft namelijk een hoge druk op de wond en kan de wondgenezing verstoren. Ook kunt u de eerste zes weken beter niet sporten om contact met of druk op de wond(en) te voorkomen.
Massage met een crème of lotion kan de littekens sneller soepeler maken. De plastisch chirurg kan u vertellen wanneer u hiermee mag beginnen.
Om verkleuring van de littekens te voorkomen dient u drie tot zes maanden lang de littekens goed tegen zon te beschermen. Dit doet u door niet in de directe zon te gaan of een zonnebrandmiddel met hoge beschermingsfactor te gebruiken.
Na de borstlift heeft u littekens die altijd zichtbaar zullen blijven. Naar verloop van tijd worden deze iets minder zichtbaar. De plaats en de grootte zijn afhankelijk van de hoeveelheid overtollige huid die bij u verwijderd is en het model van uw borsten. Over het algemeen geldt het volgende:
- Er is een kleine hoeveelheid huid verwijderd: het litteken loopt langs de rand van de tepelhof (cirkelvormig).
- Er is iets meer huid verwijderd: het litteken loopt rond de tepelhof en onder de tepel naar onder, tot in de plooi onder de borst (verticaal en cirkelvormig).
- Er is een grote hoeveelheid huid verwijderd: het litteken loopt rond de tepelhof, gaat dan verticaal onder de tepel naar onder en eindigt horizontaal in de plooi onder de borst (ankervormig).
Hoe mooi of lelijk de littekens worden is nooit te voorspellen. De littekens zijn in het begin vurig en rood. Na verloop van tijd verbleken de littekens. De uiteindelijke littekens zijn onder andere afhankelijk van uw aanleg tot littekenvorming en van de tijd. Als de littekens erg breed uitgevallen zijn, kan een littekencorrectie soms uitkomst bieden.
De meeste vrouwen zijn tevreden over het resultaat van de borstlift. Het resultaat is helaas niet altijd blijvend. Door zwangerschap, gewichtsverlies of het natuurlijke verouderingsproces kunnen de borsten weer verslappen. Als u dit erg storend vindt, kan eventueel nog weer een aanvullende correctie plaatsvinden.
Röntgenonderzoek van de borsten en het onderzoek naar (mogelijke) knobbeltjes in de borst worden door een eerdere borstlift niet bemoeilijkt. Door een borstlift heeft u niet méér of minder kans op borstkanker dan vrouwen die geen borstlift hebben gehad.
- De meest voorkomende complicatie na een borstlift is een nabloeding (een kans van 1-2%). U krijgt dan extra zwelling en pijn. Een nabloeding gebeurt meestal binnen de eerste uren na de operatie en is de reden dat u een nacht opgenomen wordt. Als er sprake is van nabloeding, dan zult u opnieuw geopereerd moeten worden om het bloed te verwijderen en het bloeden te stoppen. Een nabloeding is met een operatie goed te verhelpen.
- Soms ontstaat er een bloeduitstorting of infectie. Ook kan de bloedcirculatie in de wondranden onvoldoende zijn. Heel zelden kan het weefsel en zelf (een deel van) de tepel hierdoor afsterven.
- U kunt tijdelijk een minder gevoel hebben in de tepels. Dit herstelt zich na verloop van tijd meestal vanzelf. Het herstel is niet altijd volledig als de tepel over een grote afstand is verplaatst.
- Door hoge weefselspanning kan de wond onder de borst één tot twee weken na de operatie op sommige plekken wat opengaan. Deze plekken sluiten vanzelf weer in de loop van vier tot acht weken.
- Bij de operatie kan een deel van de melkgangen naar de tepels doorgesneden worden. U kunt daardoor mogelijk geen borstvoeding meer geven. Na een toekomstige zwangerschap en bevalling moet de melkproductie dan ook worden afgeremd om stuwing te voorkomen. Stelt u uw verloskundige, uw huisarts of gynaecoloog hiervan op de hoogte.
- Soms valt het resultaat tegen.
Belt u in ieder geval bij:
- aanhoudend nabloeden uit de wond of uit het operatiegebied
- fors toenemende zwelling van de wond of het operatiegebied
- pijn, als de pijnstillers niet helpen of de pijn zelfs toeneemt
- roodheid en enige zwelling van de wond
- gevoel van ziek zijn en/of koorts, hoger dan 38° (via de anus gemeten)
- aanhoudende misselijkheid
- niet kunnen plassen, terwijl u wel normaal drinkt
- ongerustheid of twijfel
Meer informatie
De plastisch chirurg zal uw eventuele vragen tijdens het spreekuur graag met u doornemen. Het kan dan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten.Tot slot
Deze informatie is ter voorbereiding of een aanvulling op het gesprek met de plastisch chirurg. Een dergelijke beschrijving kan echter nooit volledig zijn voor iedere individuele situatie. Ook zijn er verschillen in het behandelaanbod en de werkwijze per kliniek. Plastische en esthetische chirurgie is geen exacte wetenschap; u kunt aan deze informatie dan ook geen garantie ontlenen betreffende het eindresultaat van uw behandeling.kies een behandeling