Home » Behandelingen » Lichaam » Lichaam » Armlift / Beenlift
Armlift / Beenlift
Op allerlei plaatsen van het lichaam kunnen lokale vetophopingen ontstaan, zoals bij de zijkanten van het lichaam, armen en benen. Vaak ontstaat er op die plaatsen een huidrol: een zwelling van overtollig weefsel met overliggende huid. Deze huidrollen kunnen klachten geven. Soms kan het verwijderen van de plaatselijke huid met de onderliggende vetophoping de beste oplossing is, zoals bij een uitgezakte binnenkant van de arm (een armlift) of een uitgezakte binnenkant van een bovenbeen (een beenlift).
Stoppen met bloedverdunners
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, vertelt de plastisch chirurg u op welk moment u met deze medicijnen moet stoppen.
Meestal wordt het volgende aangehouden:
- Aspirine (Ascal, APC, asprobruis, kinderaspirine): 7 dagen vóór de operatie stoppen.
- Sintrom(mitis): 3 dagen vóór de operatie stoppen.
Stoppen met roken
Roken vernauwt de bloedvaten en kan daardoor de wondgenezing verstoren. Het is daarom verstandig vier tot zes weken voor de ingreep te stoppen met roken.
Stoppen met alcohol
Alcohol maakt de kans op een bloeduitstorting of nabloeding groter. Daarom is het beter minstens 24 uur voor de ingreep geen alcohol te drinken.
Vlak voor de operatie tekent de plastisch chirurg het huiddeel af weggenomen moet worden. Vervolgens dunt de chirurg soms eerst het betreffende gebied uit met liposuctie, waarna hij met een grote snee de resterende overtollige huid losmaakt en verwijdert. Resterend onderhuids vetweefsel dat niet met de liposuctie is verwijderd, wordt hierin meegenomen. Tot slot wordt de wond inwendig gehecht met oplosbare hechtingen.
Bij verwijdering van huid en weefsel van uw arm of been, zal de plastisch chirurg – als dit mogelijk is – de snede aan de binnenkant van uw arm of been maken. Het litteken is altijd net zo groot als de lengte van het te behandelen gebied. In de wond wordt tijdens de operatie meestal een slangetje (drain) achtergelaten, waaraan een vacuümflesje hangt om overtollig bloed en wondvocht af te zuigen. De wonden worden afgeplakt met witte papieren pleisters. Mogelijk krijgt u hier overheen nog speciale steunende kleding.
De eerste 24 uur na de operatie kunt u wat pijn hebben. Hiervoor krijgt u pijnstillers. De huid kan gespannen aanvoelen. Dit gevoel verdwijnt geleidelijk. Als u weer thuis bent kunt u tegen eventuele pijn een paracetamol nemen. Als dit onvoldoende helpt of als de pijn toeneemt, kunt u het beste contact opnemen.
Na de correctie kan het geopereerde gebied gezwollen zijn en kunt u pijnlijke bloeduitstortingen krijgen. Rond de enkels en soms de onderarmen kunnen vochtophopingen ontstaan. Dit trekt na ongeveer twee tot zes weken meestal vanzelf weer weg.
Na de operatie worden de wonden vaak afgeplakt met witte papieren pleisters. Hier overheen worden soms wat gazen aangebracht om eventueel wat wondvocht of bloed dat door de pleister heen lekt op te vangen. Na twee dagen mag u weer douchen. De pleisters laten niet los onder de douche. Wij raden u aan niet te baden, omdat de pleisters dan kunnen verweken en loslaten. Meestal hecht de plastisch chirurg de wond met oplosbare hechtingen. Deze hechtingen hoeven dan ook niet verwijderd te worden. De papieren pleisters worden na (meestal) een week verwijderd op de polikliniek. Daarna hoeft er geen gaasje of verband meer op de wond. Een oplosbare hechting kan in verloop van de tijd door de wond naar buiten komen. U kunt deze dan gewoon afknippen.
Door hoge weefselspanning kan de wond één tot twee weken na de operatie op sommige plekken wat opengaan. Hiervan hoeft u niet te schrikken. U dient de open wond twee keer per dag (’s ochtends en ’s avonds) met de douchekop te spoelen. De plekken sluiten vanzelf weer in de loop van vier tot acht weken. U moet de wond na het spoelen bedekken met een vettig gaas met daar overheen een gewoon gaasje. Het vettige gaas zorgt ervoor dat bij verwijderen van het verband de wond niet steeds weer open getrokken wordt. Het gewone gaas neemt eventueel lekkend bloed en vocht op.
Probeert u de eerste zes tot twaalf weken te voorkomen dat u veel moet hoesten, persen, tillen of bukken. Dit geeft namelijk een hoge druk op de wond en kan de wondgenezing verstoren. Ook kunt u de eerste weken beter niet sporten om contact met of druk op de wond(en) te voorkomen. Om verkleuring van de littekens te voorkomen dient u drie tot zes maanden lang de littekens goed tegen zon te beschermen. Dit doet u door niet in de directe zon te gaan of een zonnebrandmiddel met hoge beschermingsfactor te gebruiken.
Na de operatie heeft u littekens die altijd zichtbaar zullen blijven. De plaats en de grootte van de littekens zijn afhankelijk van de hoeveelheid overtollige huid die verwijderd is. Hoe mooi of lelijk de littekens worden is nooit te voorspellen. De littekens zijn een paar millimeter breed en in het begin vurig en rood. Na één tot twee jaar worden de littekens iets witter van kleur. De uiteindelijke littekens zijn onder andere afhankelijk van uw aanleg tot littekenvorming en van de tijd.
De meeste mensen zijn tevreden over het resultaat. Soms is het resultaat niet blijvend, vanwege gewichtsveranderingen of omdat uw weefsel en/of huid weer is opgerekt. Indien u dit als storend ervaart is het bijna altijd mogelijk dit nogmaals te corrigeren.
Van het verwijderen van overtollige huid en onderhuids weefsel (dermolipectomie) zijn de volgende specifieke complicaties bekend:
- Soms komt een meer dan normale nabloeding voor. Het geopereerde gebied voelt dan extra gespannen aan en er loopt veel bloed door de drains. Een nabloeding gebeurt meestal binnen de eerste uren na de operatie. Als er sprake is van nabloeding, dan zult u opnieuw geopereerd moeten worden om het bloed te verwijderen en het bloeden te stoppen. Een nabloeding is met een operatie goed te verhelpen.
- De wond kan gaan infecteren. Dit komt niet vaak voor. Als dit gebeurt, treedt het vaak pas na één tot twee weken na de operatie op. U voelt zich dan ziek en de wond kan opengaan en pus en oud bloed gaan lekken.
- Soms kunnen restzwellingen en verhardingen aanwezig zijn die pas na weken of soms maanden verdwijnen.
- Er bestaat een kleine kans op versterf (necrose) van de wondranden bij de littekens. Ook kan er wondvocht lekken door het versterven van onderhuids vetweefsel. Vaak wacht de plastisch chirurg het af tot het verstorven weefsel opgedroogd is en eraf valt, maar soms moet het operatief worden verwijderd. De wond wordt daarna vaak opengelaten en dient twee keer per dag gespoeld te worden totdat de wond zelf spontaan genezen is.
- Het gevoel van de huid in het geopereerde gebied en bij het litteken is vaak vermindert of verdwenen. Dit geeft weinig klachten. Vaak herstelt het iets in verloop van jaren.
- Soms valt het resultaat tegen.
Belt u in ieder geval bij:
- aanhoudend nabloeden uit de wond of uit het operatiegebied
- fors toenemende zwelling van de wond of het operatiegebied
- pijn, als de pijnstillers niet helpen of de pijn zelfs toeneemt
- roodheid en enige zwelling van de wond
- gevoel van ziek zijn en/of koorts, hoger dan 38° (via de anus gemeten)
- aanhoudende misselijkheid
- niet kunnen plassen, terwijl u wel normaal drinkt
- ongerustheid of twijfel
Meer informatie
De plastisch chirurg zal uw eventuele vragen tijdens het spreekuur graag met u doornemen. Het kan dan handig zijn uw vragen van tevoren op papier te zetten.Tot slot
Deze informatie is ter voorbereiding of een aanvulling op het gesprek met de plastisch chirurg. Een dergelijke beschrijving kan echter nooit volledig zijn voor iedere individuele situatie. Ook zijn er verschillen in het behandelaanbod en de werkwijze per kliniek. Plastische en esthetische chirurgie is geen exacte wetenschap; u kunt aan deze informatie dan ook geen garantie ontlenen betreffende het eindresultaat van uw behandeling.kies een behandeling