Littekencorrectie
Als de huid is beschadigd door een ongeval, brandwond(en) of een operatie, ontstaat tijdens het genezingsproces van de wond een litteken. Meestal zijn littekens na verloop van tijd licht van kleur en vlak. Soms blijven littekens rood, worden ze dik of groeien ze buiten hun begrenzing en ontstaat er wild vlees.
Er zijn verschillende soorten littekens:
- ‘normale’: meestal licht van kleur en vlak
- hypertrofische: rood, dik, veroorzaken vaak jeuk, heel soms gevoelig (pijnlijk)
- keloïde: groeit buiten de oorspronkelijke wondrand, kan rood tot paars gekleurd zijn, geeft vaak jeuk en soms pijnklachten
- atrofische: het weefsel is dunner geworden, soms zelfs rimpelig en voelt droog aan
Een litteken valt extra op als het dwars op een huidplooi staat. Loopt het litteken evenwijdig aan of in een huidplooi, dan valt het minder op. Het soort wond is ook van invloed. Een wond gemaakt door een scherp mes geeft een ‘mooier’ litteken dan een wond waarbij de huid gescheurd is. Sommige mensen hebben meer last van overmatige littekenvorming dan andere. Het komt vooral voor bij mensen met een donkere of een hele lichte, rossige huidskleur. Daarnaast komt overmatige littekenvorming vaker voor op bepaalde lichaamsdelen, zoals de schouders en het borstbeen. Jonge mensen en kinderen hebben vaak ook meer littekenvorming.